'Wat bidden zij?' vroeg de markies, bij het horen van de krachtige stemmen uit de kapel.
'De rozenkrans, markies.' antwoorde Don Bosco.
Met minachting zei de markies: 'Ziet u nu, Don Bosco. U beweert moderne ideeën te hebben omdat u uw jongens leert lezen...'
'En werken... en bidden...' vulde Don Bosco aan.
'Ja, ja' zei de markies 'maar welk voordeel kunnen zij hiervan hebben; wat heeft het voor zin om daar vijftig Weesgegroeten, het ene na het andere, op te zeggen, met de gedachten mijlen ver van hier?'
Zacht maar onwrikbaar antwoordde Don Bosco: 'Markies, mijn instelling is juist op deze praktijk gebaseerd. Liever zou ik van iets anders afzien dat veel belangrijker lijkt. En wanneer het zou moeten, zou ik zelfs van uw kostbare vriendschap afzien, liever dan het rozenkrans gebed van mijn jongens prijs te geven.'
Van die dag af kwam de markies nooit meer om Don Bosco te spreken.