Wat het is een lieflijk en God welgevallig schouwspel, als bij het vallen van de avond in het Christelijk gezin de telkens herhaalde lofprijzingen weerklinken ter ere van de verheven Hemelkoningin. Dan verenigt de, voor het Mariabeeld gezamenlijk gebeden, Rozenkrans, in wonderlijke eensgezindheid van hart, de ouders en de kinderen, die van hun dagelijks werk zijn thuisgekomen; diezelfde rozenkrans verbindt hen vroom met de afwezigen en de afgestorvenen; allen worden hierdoor ten slotte met een zoete band van liefde aan de Allerheiligste Maagd gebonden, die als een liefdevolle moeder te midden van de schaar harer kinderen komt en over hen overvloedige gaven van eendracht en huiselijke vrede doet nederdalen.
Paus Pius XII
in zijn encycliek over de rozenkrans 'Ingruentium Malorum'